Lichaamsbewustzijn
Lichaamsbewustzijn is ons intern begrip over waar ons lichaam zich bevindt in de ruimte en bepaalt hoe efficiënt we het kunnen bewegen.
Het doel van deze activiteiten is om het lichaamsbewustzijn van de danser te ontwikkelen. Lichaamsbewustzijn is ons intern begrip over waar ons lichaam zich bevindt in de ruimte en bepaalt hoe efficiënt we het kunnen bewegen. Het kan worden gezien als een combinatie van interoceptief, proprioceptief en ruimtelijk bewustzijn. Door het verzamelen en verwerken van informatie door onze hersenen en ons zenuwstelsel, ontvangen al onze verschillende zintuiglijke systemen een bewustwording van ons eigen lichaam. Lichaamsbewustzijn is daarom de basis voor alle andere bewegingsvaardigheden. Het initiëren van het lichaamsbewustzijn door middel van tactiele, zintuiglijke activiteiten in het begin zal de motorische functie in de rest van de les verbeteren. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan de richting van de beweging en het niveau van de druk op het lichaam, omdat deze het resultaat zullen beïnvloeden.
Tactiele aanwijzingen en feedback kunnen een effectief hulpmiddel zijn. Langs het lichaam vegen – borstelen – kan het idee introduceren dat de energie in specifieke richtingen in het lichaam stroomt, waardoor de danser wordt aangemoedigd om de wervelkolom en de voorkant van de heup te verlengen, de zitbotten naar de hielen te laten vallen en de schouders naar de zijkanten te openen. Aanwijzingen kunnen worden gegeven door een collega, leraar of danser zelf. Deze kunnen dan de hele les door worden aangeduid en opgenomen worden als een verbale en tactiele cue of herinnering.
Tactiele aanwijzingen om het bewustzijn van ons lichaam te vergroten zijn onder andere borstelen, vegen, wrijven, kloppen, knijpen en masseren. Om effectief te zijn moet de danser echter aandacht besteden aan het gevoel en bewust worden van hoe het lichaam aanvoelt. Beide zijn nodig om meer controle te krijgen. Hoe meer aandacht de dansers besteden aan hoe hun lichaam voelt, hoe groter het lichaamsbewustzijn en de controle erover wordt.
Lichaamsbewustzijn: met een partner
Dat duidelijk de richtingspatronen van de energie in het lichaam laat zien
Onderwijs richtlijnen
Deze activiteiten werken het best aan het begin van de les. Ze kunnen echter wel worden ingezet voor een activiteit waar een specifieke focus nodig is.
Deze activiteit maakt gebruik van een breed scala aan lesmethoden om verschillende leerstijlen aan te spreken. Visuele en tactiele communicatiemethoden zijn over het algemeen toegankelijker en effectiever voor dansers met leermoeilijkheden.
Bij deze activiteiten hebben we de volgende leveringsmethoden gebruikt, ook kun je andere leveringsmethoden gebruiken die voor jouw dansers het beste toepasbaar zijn:
Auditorie
*verbale instructie
*gebruik van stem, intonatie, tempo *gebruik van muziek/geluiden *verbaal geleverde beeldenVisual
*fysieke demonstratie
*visueel beeldmateriaal (foto, object)Tactile
*tactiele aanwijzingen gegeven door zichzelf, een collega of een leraar
*fysieke voorwerpenKinesthetisch
*ervaar hoe de beweging aanvoelt, bv. weerstand, druk, moeiteloosheid, enz.
Feedback
*verbale feedback van collega’s of leraren
*visuele feedback van collega’s of leerkrachten *tactiele feedback van collega’s of leerkrachten *visuele feedback & zelfcorrectieAdem
Ademhaling ondersteunt alle beweging in het lichaam. Bewustwording van de ademhaling kan worden opgenomen in alle oefeningen, maar het kan juist nuttig zijn om meer inzicht te krijgen in specifieke oefeningen. Waar je de ademhalingsactiviteiten in een les plaatst, is afhankelijk van je les. Het introduceren van bewustzijn in het begin van de les betekent dat de leraar er gedurende de hele les naar kan verwijzen. Het is ook mogelijk om de aandachtspunten specifiek te introduceren voor een activiteit die wordt versterkt door zich te concentreren op de ademhaling tijdens het bewegen.
Hoe het gebruik van de adem te controleren
Werken met de adem kan uitdagend zijn. Dansers vinden het vaak frustrerend of zelfs beangstigend om hun ademhaling onder controle te houden en kunnen gemakkelijk lichtvoetig worden. Angst kan leiden tot hyperventilatie, dus voorzichtigheid staat voorop.
Ademhalingstechnieken kunnen echter ook nuttig zijn om dansers te leren omgaan met hun emoties. Door zich te richten op een langzame ademhaling kan men angst of bepaalde emoties helpen te verminderen door de danser een moment te laten pauzeren, zich te heroriënteren en een emotioneel evenwicht te vinden.
Tips:
* denk aan de beweging die ermee gepaard gaan, bv. uitademen als je duwt of kracht uitoefent
* concentreer je op het feit dat de ademhaling continu en vertraagd wordt * hou de oefening en exploratie * rekwisieten die helpen bij het visualiseren zijn zeer nuttig. Bijvoorbeeld een ballon gevuld met confetti om uitbreiding en beweging van de adem aan te tonen of een parachute zijn goede visuele hulpmiddelenAdembewustzijn
Deze activiteit ontwikkelt een groter bewustzijn van hoe de rug kan verlengen bij het ademen. Het vergroten van dit gebied kan helpen om de ademhaling efficiënter te maken bij het bewegen en om te voorkomen dat andere lichaamsgebieden worden beïnvloed, zoals het optillen van de schouders en het beperken van de borstkas.
In paren:
* één persoon ligt op de buik, blijft stilliggen, en ademt gewoon normaal.
* de andere partner observeert zijn partner en merkt op waar de adem de rug beweegt. * na enkele ogenblikken worden de handen zachtjes op de rug geplaatst waar ze de rug zien bewegen. De handen kunnen over de gehele achterkant van de rug verschuiven als die op meer dan één plaats beweegt. * rollen verwisselen.Er zijn tal van ademhalingsoefeningen die nuttig kunnen zijn en kunnen worden aangepast voor de dansles.
The European Commission support for the production of this publication does not constitute an endorsement of the contents which reflects the views only of the authors, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.
Onderwijs richtlijnen
Deze activiteit maakt gebruik van een breed scala aan lesmethoden om verschillende leerstijlen aan te spreken. Visuele en tactiele communicatiemethoden zijn over het algemeen toegankelijker en effectiever voor dansers met leermoeilijkheden.
Bij deze activiteiten hebben we de volgende leveringsmethoden gebruikt:
Auditorie
* verbale instructie
* gebruik van stem, intonatie, tempo * gebruik van muziek/geluiden * verbaal geleverde beeldenVisual
* fysieke demonstratie
* visueel beeldmateriaal (foto, object)Tactile
* tactiele aanwijzingen gegeven door zichzelf, een collega of een leraar
* fysieke voorwerpenKinesthetisch
* ervaar hoe de beweging aanvoelt, bv. weerstand, druk, moeiteloosheid, enz.
Feedback
* verbale feedback van collega’s of leraren
* visuele feedback van collega’s of leerkrachten * tactiele feedback van collega’s of leerkrachten * visuele feedback & zelfcorrectie